A life in 24 silhouettes of Jan Kwak, a successful quack-doctor. Process print after N. Bodenheim, c. 1900.

  • Bodenheim, Nelly, 1874-1951.
Reference:
17777i
  • Pictures
  • Online

Selected images from this work

View 1 image

About this work

Publication/Creation

[The Netherlands] : Uitgegeven door de 'Vereeniging tegen de Kwakzalverij'

Physical description

1 print : process print

Lettering

De geschiednis van Jan Kwak of hoe men door bedrog in Nederland ongestraft tot rijkdom en tot eer komt. Geïllustreerd met teekeningen van Nelly Bodenheim. ... Lettering continues: [Scene 1:] Jan Kwak op school. Op school reeds wilde Jan Kwak maar niet deugen;/ Een weet-niet, die zat vol bedrog en vol leugen./ Zijn makkers, die wilden ook niets van hem weten;/ Ten slotte is nij toen de school uitgesmeten. [2] Jan Kwak soldaat. "Dat's niets", dacht Jan en toen werd hij soldaat;/ Ziehier dan eens hoe hij den dienst weer verlat./ Bij het spel toch heeft hij zijn makkers bedrogen,/ In dienst zijn meerderen voorgelogen. [3] Jan Kwak steelt geld. "Dat's niets", dacht Jan, en werd kruier bij't spoor,/ Maar hij ging er al gauw met een koffer vandoor,/ Hij verborg toen het moois, verstopte het geld/ En de rest heeft hij als vrachtje besteld. [4] Jan Kwak maakt boter. No voordeelig mijn sommetje op renten gezet,/ Dacht Jan en hij kocht wat rundervet,/ Hij kneedde 't met boter en margarine/ Met de meest gebruikte kneedmachine. [5] Jan Kwak gesnapt. Dat knoeien met boter zat Jan lang niet glad,/ De politie heeft ras bij zijn kraag hem gevat/ Want knoeit men volgens de boterwet,/ Wordt in Nederland men gauw in 't gevang gezet. [6] Jan Kwak in de gevangenis. En toen hij in deze gevangenis zat/ En ontzettend voel tijd om te denken had,/ Dacht Jan: Waar is nu die goede man,/ Die mij wijst, hoe men strafloos knoeien kan. [7] Jan Kwak vindt een middel om rijk te worden. Een blad van Rottes-Handelscourant/ Kwam ons Jantje toevallig in de hand,/ Zevenachtsten van dezen "Maas Nieuws van den tijd"/ Zijn aan kwakzalversadvertenties gewijd. [8] Jan Kwak begint. Dat was voor ons Jantje een openbaring/ En toen hij weer vrij was, kwam ook de ervaring./ Wat water, wat vet, wat stroop, wat azijn/ Hoe lekker wordt Jantje z'n knoeimedicijn. [9] Jan Kwak maakt geneesmiddellen. Het vet dat smelt Janje in een pot met een oor,/ Om drankjes te maken, dient 'n badkuip vor./ Een reukje, een kleurtje en Jantje is klaar: Betaalt lieve menschen en slikt het nu maar. [10] De eerste ingezonden mededeelingen van Jan Kwak. Jan's Kwakkers Kloosterstroop van Sancto Peter, / Maakt roode neuzen en likdoorns beter./ 't Geneest van den dood en van vliegende tering,/ Dit 's 't eerste bericht van ons Jantjes nering. [Picture contains words: Voorhetgebruik. Nahetgebruik. Kloosterbalsen. Sancto Peter] [11] Jan Kwak heeft succes. De zieken gelooven zijn leugen-reclame,/ De boer en de burger, de heer en de dame./ Dank zij de krachtige hulp van de krant,/ Zet Jantje zijn middeltjes flink van de hand. [12] Jan Kwak's tweede middel. De Stamboelzalf, die is thans aan de beurt./ Met gras wordt het vet zoo wat groentjes gekleurd./ Dan helpt het vor wratten, kaalhoofdigheid,/ Voor buikpijn, kanker, sproeten en fijt. [13] Jan Kwak neemt zijn eerste portret. Zie hier Klass de Smid, Jand maakt zijn portret/ Die had een flesch stroop op zijn zolder gezet,/ Hij brandde zijn pink aan de vlam van het vuur,/ En de lucht van de stroop genas 'm binnen het uur. [14] Jan Kwak krijgt zijn tweede portret. Die smid nu, die woonde in Nergensland,/ Maar dichterbij woont juffrouw Bij de Hand,/ Die wil voor twee gulden vijftig gaarne verklaren, Dat Stamboelzalf haar hielp in d' ergste gevaren. [15] Jan Kwak zit niet stil. Met reclame en photografietoestel/ Maakt nu ons Jantje het wonder wel,/ Jan denkt en denk en 't wordt hem hier helder/ Hoe hij nog meer stumpers helpt naar de kelder. [16] Jan Kwak breidt zijn zaken uit. Nu zit het er aan, nu kan het lijden, / 't Wordt tijd om de zaken wat uit te breiden,/ Jan koopt een huije heel knusjes en sijn/ En een groote fabriek voor zijn "puik" medicijn. [17] Jan Kwak aan het werken. Nu maakt Jan gordels tegen rheumatische pijn,/ Worstman's giftige nier-medicijn,/ Kwakker's abdij balsum tegen elke kwaal, Dr. Pieter's purperpillen pour personnes pales. [18] Jan Kwak wordt rijk en trouwt. Thans rijdt hij al in een fraaie karos,/ Is rijk en gelukkig en vet als een os,/ Hij rijdt met zijn bruid - want Jan die gaat trouwen/ Makkelijk kan hij nu een vrouw onderhouwen. [19] Jan Kwak is ziek. Hier is Jan ziek en "Dat's wel erg", denkt Jan,/ Zijn vrouw draagt hem al zijn middeltjes an,/ Maar Jan smijt ze weg en vraagt aan zijn vrouw, Of zij hem soms daad'lijk vermoorden wou. [20] Jan Kwak zoekt beter hulp. Jan stuurt om Dokter Volverstand/ Die had aan Jan's middelen verbazend het land,/ En wie zijn reclame's als leugens erkent,/ Dien vindt Jan in zijn binnenste een pienteren vent. [21] Jan Kwak is beter. Voorspoedig herstelt Jan en dat is zeker,/ Royaal betaalt hij dokter en apotheker/ Geen beter middel om de kosten te dragen/ Dan zijn bocht te stoppen in andermans magen. [22] Jan Kwak droomt. Jan eet te veel en krijgt droomen die 'm plagen/ Van bedrogen stumpers, die zich beklagen,/ Die vloeken, hem met steenen smijten/ Hem overladen met bitt're verwijten. [23] Jan Kwak krijgt rust. "Dat's niets" dacht ontwakend alweer onze Jan/ "Ik maak er een Naamlooze Vennootschap van",/ En Koninklijk goedgekeurd zijn de statuten/ Dat 's een mooie reclame voot 't volkje "van buten". [24] Besluit. Jan Kwak is thans een rijk rentenier/ Zijn geld geeft him eer en zijn rust geeft pleizier,/ Hij draagt een medaille als hulde der pers,/ Maar pas op, lieve kinderen, voor den held van dit vers.

Reference

Wellcome Collection 17777i

Languages

Where to find it

  • LocationStatusAccess
    Closed stores

Permanent link