Mr. Jacob Cornelisz. Dienaar der Gemeinte Christi, en chirurgijn binnen Amsterdam geboren tot Rotterdam, A.o MDCVIII. C. de Visscher ad vivum delineavit. F.H. vanden Hoove, sculpsit. ...
Lettering continues below portrait with six lines of verse: Siet hier het beeltenis van hem, die door sijn daden / Ons leven dich vertoont, hoe dat men moet versmaden / Sijn eigen rust, om Godt en mensch ten dienst te sijn; / Die 't lastich leeraers ampt, en plicht van chirurgijn / Al vroech op nam, om soo (van Godt gesterckt in desen) / Den crancken mensch, nae siel, en lichaem te genesen.
Within the portrait are two texts: on a sheet of paper on an open book: "Want dat is genade ist dat ymant om der conscientien tot Godhet quaet verdraeght, en et onrecht lijt. 1 Pet. 2.19.". On a sheet of paper on the table, a sheet inscribed: "Wee u wanneer u alleman prijst Luc. 6.26."
In spandrels above portrait, the subject's motto: "[left] Doet altyt wel, [right] en siet net om" (translated by Lindeboom as "always do right without expecting thanks")