Handleiding der vergiftleer : ten gebruike bij het onderwijs aan 's Rijks Kweekschool voor Militaire Geneeskundigen. [Bijzondere vergiftleer] / door A. W. M. van Hasselt.

  • Hasselt, A. W. M. van (Alexander Willem Michiel), 1814?-1902
Date:
[1855-?]
    Voor het overige mag het onze verwondering wekken, dat der- gclijke ongelukken niet meer plaats grijpen, daar potasch en soda veelvuldig in oeconomisch-technisch gebruik zijn ^). 1) Vau opzettelijk imvendig gebruik dezer stolTea is obs weinig gebleken; intusseben wordt door bell gesproken van het innemen van sterk zeepsop als abortivum. Dit zou door het rijkelijk po/ascA-gehalte van sommige zeepsoorten, vooral de groene, die hier gebezigd werd, aanleiding kunnen geven lot vergiftiging, die somtijds zelfs doo- delijk zou geëindigd zijn. ï) Zoo wordt de potasch, met tabakswater, gebezigd tot schuren, door keukenmeiden, schoonmaaksters, zilversmeden; zoo de soda in sommige plaatsen veel tot wasseto en zelfs bij het koken van groenten, onder den naam van udroog water.” Beide zijn ook in zeepziederijen, glasblazerijen, blcekerijen, wijnkelders, enz. in handen der werklieden. § 19. VEBGlfTIGINGS-UOEVEELHEID. Die van de soda is niet bekend. — Die van de potassa, z.g. subcarbonas, is volgens de weinige beschrevene doodelijke gevallen, op 4 drachmen pro dosi te stellen. Veel hangt hierbij natuurlijk af van den graad van verdunning en verdeeling dezer stoffen, alsmede van het lang voortgezet gebruik. Ia de voorgekomene gevallen w'erd echter meestal eene grootere hoeveelheid, van 1 a 2 oneen, ingevoerd. § 20. ■VTBKKINO. De potassa en soda komen zeer veel met elkander overeen, of- schoon de laatste als iets minder krachtig wordt gehouden. Beide moeten, even als de vorige vergiften, tot de sterkst werkende irriterende vergiften, de venena corrosiva, worden gebragt. De plaatselijke werking werd oudtijds voorgcsteld als eene ware verzeeping der weefsels, door de inwerking der loogen op de vellen of vet-zuren daarin bevat; thans wordt meer gewezen op het oplos- sings-vermogen van potasch en soda voor proteinc-houdende en lijm-
    gevende weefsels, welligl met verdere ontleding van deze , bijv. tot leucine, prolid, en crythro-protid '). Hoe dit zij, de plaalse- lijke belcediging met hare sxjmpalhische gevolgen is ook hier als de voornaamste werking te achten Omtrent de verwijderde werking op het bloed loopen de opga- ven uiteen. Men weet, dat deze stoffen op den duur oplossend (verflüssigend) op dit vocht inwerken, terwijl afgetapt bloed, door bijvoeging van polassa liquida, zijne stolbaarheid verliest. Men weet verder, dat zij ten deele worden opgeslorpt, en dat zij in de lever, nieren en urine scheikundig kunnen worden aangewezen. *) De vorming van deze voortbrengselen der ontleding van proteïne, — waarbij ook sulphuretnm en phospliuretum potassii et sodii kunnen ontstaan, — sleehts bij kookhitte bekend zijnde (mulder), kan dus hier niet dan bij wijze van vooronderstel- ling en in minderen graad worden aangenomen. — Anderen spreken van eene schei- kundige verbindiny met de eiwit- en vezelstof der weefsels tot zeer oplosbare zouten, t. w. onder vorming van albnmiuas en fibrinas potassae of sodae. Als een bewijs uit de analogie voor den afdoenden doodelijken invloed der bijtende loügcn door aetio localis, kunnen hier de proeven van bretonnead worden aange- voeld, die na het Lnspuiten van kokend Kater in de maag van honden, uitkomsten verkreeg, geheel overeenkomende met die na het inbrengen van potassa liquida. § 21. VERSCHIJNSELEN DER ACUTE VERGIFTIGING. Zij komen in hoofdzaak overeen met de vorige (§ 9). Braking schijnt nogtans minder standvastig te volgen; buikloop daarentegen, zelfs bloedige, meer voor te komen, vooral indien de dood niet spoedig volgt. De verkleuring in de mond- en keel-holte is niet zoo scherp ge- leekend. De weefsel-verstoring geschiedt snel, doch bepaalt zich in hoofdzaak tot verweeking en loslating der slijmvliezen. Eigenaardige verschijnselen zijn ; de ziltige smaak en de sterk alcalische reactie van het uitbraaksel. De dood kan spoedig, reeds in 12 uren, volgen; meest ver- liep echter een veel langere tijd en bezweken de lijders meer aan de gevolg-ziektcn.
    ■25 § 22. SLEPENDE VEEGIfTIGINO. Bij overgang in consecutieve vergiftiging kan, door de belang- rijke beleediging der spijsverteringswerktuigen met vorming van striclura oesopliagi, vroeger of later, soms eerst na twee of meer jaren, doodelijke hectische toestand worden waargenomen, onder met de vorige vergiftiging overeenkomstige omstandigheden. Een oorspronkelijk slepend verloop is vrij menigvuldig tot stand gehragt door lang voortgezet geneeskundig gebruik dezer alcalina, vooral van carhonas sodae, of ook door het habitueel gebruik van z. g. vsoda-'water.” Eerst openbaart zich óf gastritis chronica, óf alleen een z. g. «gastrische toestand,” vvaarschijnlijk als plaatselijk gevolg der voortdurende verzadiging van het maagsap; later vol- gen verwijderde of algemeene haemorrhagische verschijnselen, nu eens in den vorm van scorbutus, dan eens in dien van morbus maculosus, of zelfs in dien van typhus putridus. De gewijzigde bloedsmenging, hier wel eens met de hydraemi- sche of hypinotische vergeleken, schijnt hoofdzakelijk te bestaan in opgeheven stremmings-vermogen der vezelstof. Bij lijders met nier-gebreken zou het misbruik van alcalische artsenijmiddelen bij- zonder nadeelig kannen worden, doordien deze hier zieke organen het overtollige alcali niet, ali bij gezonden, uit hot bloed kunnen verwijderen. Volgens bolcjiardat kan plolselijke dood, door z. g. apoplexia serosa, daarvan het gevolg zijn. § 23. IIEItKEN.MIDDELKN. De algemeene zijn; Door zuren rood gekleurd lakmoespapior (herstelling der blaauwe kleur), of geel curcuma-papier (bruine verkleuring) '). — Sterke verhitting (vuurbestendighcid). — Ver- houding tot de huid (zeepachtig aanvoelen), tot do tong (ziltige smaak), tot den reuk ([)isachtige reuk), tot organische weefsels in het algemeen (oplossing of vernietiging), enz. enz. Zij zijn beide ligt oplosbaar in water; de oplossingen zijn niet gekleurd.
    De b ij z o n (1 e r c zijn : * Voor de polassa : Oplossing van chloridum plalini (een geel, kristallijn nederplof- scl) ^). —Acidtini lü7'tüT IC UI tl iii overvloed (vvitj korrel!"', in minerale zuren oplosbaar praecipitaat, bij den carbonas onder opbruising). — Kristallisatie met zuren (eigene gedaante der gevormde zouten, bij velen ook de vervloeibaarheid). — Verhouding tot de alcohol-vlam of tot die der blaaspijp (eene violette kleur vooral aan de uiterste punt) *). Voor de soda : De twee eerste voor potassa opgegevene reagentia (nagenoeg ne- gatieve verhouding). — Kristallisatie met zuren (eigene gedaante der gevormde zouten, bij velen ook de verweerbaarheid), — Stibias po- tassae (wit, kristallijn nederslag). Verkleuring van de torn (eene jeit?). 1) Tot behulp kan als huishoudelijk reagens eenigermate dienen: roode wijn (vuil blaauw-groene verkleuring, of gewone inkt (rood-bruine verkleuring). 2, Deze reactie wordt verhaast door het toevoegen van een weinig zoutzuur. 3) Bij gelijktijdige aanwezigheid van soda, kan de violette kleur gemaskeerd wor- den door de sterkere gele kleur van deze. § 24. BEHANDELING. Mechanische. Zie de voorgaande vergiftiging, § 12. Als maatregel van prophylaxis is het nuttig, om na de consecu- tieve verschijnselen, eenigen tijd de slokdarm-bougie aan te wenden, ten einde de strictuur-vorming zoo veel mogelijk voor te komen. Chemische. Algemeen en van ouds bezigt men als scheikun- dig tegengift, bij keuze, de planten-zuren, vooral verdund acidum tartaricum of aceticuni; bij noodzaak echter ook verdunde minerale zuren; beide ter snelle vorming van onschadelijkc tartraten, ace- taten, sulphatcn, enz. van potassa of soda. N.B. In lateren tijd heeft ciiÉREAa het gebruik der zuren trach- ten te vervangen door dat van vette oliën, vooral olcum amjgda- larum, welke zich met de potassa en soda lot onwerkzame zeepen
    kunnen verbinden. Als voordeel dezer behandelings^vijzc roemt bij de verzachtende bijwerking en het begunstigen der braking. Als een practisch nadeel daarentegen geldt de minder snelle werkzaam- heid bij de temperatuur der maag, en de groote hoeveelheid olie, die ter veronzijdiging noodig is. Uit dien hoofde heeft duflos gemeend de werking der twee ge- noemde soorten van antidota in één ligchaam vereenigd te binden, te weten, in het olie-zuur (acidum elaïcum) U. De ondervinding heeft nog geene uitspraak gedaan over de waarde van dezen voorslag. Organische, Zie de vorige vergiftiging (§ 12). [Het daar ge- noemde gebruik echter van bicarbonas sodae, als oplosmiddel, tot nakuur, vervalt hier natuurlijkerwijze. ] 1) Goeppert maakt opmerkzaam, dat dit zuur overigens vrij algemeen (?) verkrijg- Laar is bij kaarsenmakers. Het blijft over na de bereiding van stearine-kaarsen. § 25. LIJKBEVINDING. Zij biedt in het algemeen eene groote overeenkomst aan met die na vergiftiging door minerale zuren. De plaatselijke heleediging is hier dikwijls alleen beperkt tot den slokdarm. Deszelfs mucosa vindt men, even als somtijds die van de maag, in een’ belangrijken graad brijachtig veriveelct ^), met zwartbruin ornschreven bloed-exlravasaat tusschen de diepere weef- sel-lagen ^). N.B. Ofschoon ouFiLA aangeeft, dat hier, meer dan bij eenig ander vergift, doorboring der maagwanden tot stand komt, vindt men dezen uitgang in geene der waarnemingen bij den mensch op- geteekend. Indien zij bij dier-proeven volgt, zoo vindt men de omringende organen, vooral de belendende lever-kwab, mede ver- weekt of opgclost. Bij consecutieve vergiftiging werden vaste, gladde, doch geplooide likleekens der slijmvliezen, met of zonder vorming van sfriclura oesopbagi, aangelroH’en.