Physiologische en pathologische aanteekeningen van gemengden aard / [F.C. Donders].

  • Donders, F. C. (Franciscus Cornelis), 1818-1889
Date:
[1847?]
Catalogue details

Licence: Public Domain Mark

Credit: Physiologische en pathologische aanteekeningen van gemengden aard / [F.C. Donders]. Source: Wellcome Collection.

    12/36 (page 12)
    helling naar den eenen of anderen schouder wachtte. Hierbij verkreeg ik als standvastige uitkomst, dat, bij het rigten der gezigtsassen naar de linker zijde het nabeeld naar de regler zijde overhelde, en omgekeerd, waarbij helechter tevens noo- dig was, de oogen naar boven of beneden te rigten, hetgeen ik door tegengestelde beweging van het hoofd, terwyl ik de oogen op hetzelfde punt gevestigd hield, het geschikst meende te verkrijgen. En toch was het juist deze beweging van het hoofd, die de uitkomsten der proeven geheel veranderde. Toenik, namelijk, op eene meer geschikte plaats, voor eenen hoo- geren wand , waar tot het zien naar boven geene bewegingen van het hoofd, maar alleen van de oogen vereischl werden, de gedane proeven herhaalde , en myn hoofd nu onverschil¬ lig meer voor- of achterovergebogen hield, waren de uit¬ komsten zoo onstandvastig, dat ik, bij de groote standvas¬ tigheid j die ik met gebogen hoofd verkregen had , weldra mijne aandacht op den stand des hoofds vestigen moest , en door herhaalde , veelvuldig gewijzigde proeven tot het merk¬ waardig besluit kwam : dat hij dezelfde rigting der ge¬ zigtsassen in betrekking tot het hoofd, de stand van het oog in de oogholte , hij voor- en achterover gebogen hoofd, niet dezelfde is , wanneer de gezigtsassen ter zijdegerigt zijn. Eene draaying van het hoofd , of eene neiging van hetzelve naar de regler of linker zijde is daarentegen van geen’ invloed op den stand van den oogbol in de oogholte; men weel, dat het laalsle door Hueck en anderen beweerd werd. Dc j uistheid dezer verrassende daadzaak zal ten duide¬ lijkste blijken , uit den stand der nabeelden , door mij waar¬ genomen en bij 3°. vermeld. Om den stand der verticale meridianen bij het zien van het nabeeld te beoordeelen , zij hel genoeg op te merken > dat bij al onze proeven , de beelden , in den verticalen