Catalogus van de Historisch-Geneeskundige Tentoonstelling 1849-1899 : van 1 tot en met 31 juli 1899 te houden in Musis Sacrum te Arnhem / ter gelegenheid van het vijftigjarif bestaan der Nederlandsche Maatschapij ter Bevordering der Geneeskunst.

  • Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst.
Date:
[1899?]
Catalogue details

Licence: Public Domain Mark

Credit: Catalogus van de Historisch-Geneeskundige Tentoonstelling 1849-1899 : van 1 tot en met 31 juli 1899 te houden in Musis Sacrum te Arnhem / ter gelegenheid van het vijftigjarif bestaan der Nederlandsche Maatschapij ter Bevordering der Geneeskunst. Source: Wellcome Collection.

Provider: This material has been provided by the Harvey Cushing/John Hay Whitney Medical Library at Yale University, through the Medical Heritage Library. The original may be consulted at the Harvey Cushing/John Hay Whitney Medical Library at Yale University.

    32/320
    de leerling-verpleegster gemiddeld oen salaris van / 100 a f 200 per jaar. Bij ecne aanstelling tot hoofdverpleegster kan dit klimmen tot ƒ 400 ;i ƒ 600. In vele. goed bekende Ziekenhuizen staat naast den Directeur- Geneesheer eene Adjunct-Directrice, aan wie in het bijzonder is opgedragen het werk der zusters na te gaan, waarvoor het in groote inrichtingen den Directeur noodzakelijk aan tijd ontbreekt. Deze Directrice der Verpleging verwarre men niet met het Hoofd der Huishouding. In zeer kleine huiselijke inrichtingen kan wellicht niet voldoende werk voor deze twee personen worden gevonden; in verreweg de meeste ziekenhuizen kan de dienst er slechts bij winnen, indien er voor verschillende afdeelingen van dienst ook verschillende personen opkomen. In eene ten vorigen jare gehouden samenkomst van Hoofden van Ziekenhuizen zijn de volgende conclusièn aangenomen, als uitdrukking van wenschelijkheid. Steeds echter zal iedere Directie rekening moeten houden met toestanden en helaas ook niet de geldmiddelen in eigen kring. Wij geven slechts een overzicht van de uitgesproken wenschen in 1898 in Nederland. De conclusiën luiden: 1. Men late in de ziekenhuizen de zieken, ook des nachts, niet over aan ongeschoold personeel. 2. De dagdienst der hoofd- en verdere verpleegsters dure, na aftrek der etensuren niet langer dan 12 uur1). 3. Aan de hoofd- en verdere verpleegsters, die overdag kunnen dienst hebben, worde een ongestoorde nachtrust verzekerd van minstens zeven uren. (Het werk voor de hoofdverpleegsters worde des nachts waargenomen door een afzonderlijke hoofdverpleegster, die overdag geen dienst heeft). 4. Men geve aan de verpleegsters voor het begin harer waak- periode een extra tijd tot slapen van + 0 uur en terstond na afloop der waakperiode een extra tijd tot slapen van + 4 uur. ö. Van de nachtverpleegster eische men overdag geen dienst. li. Men geve aan de verpleegsters in 14 dagen een vrijen dag en een vrijen avond. De vrije dag zij geheel vrij. Verder is het wenschelijk, om de verpleegsters, die daartoe in de termen vallen, op de gewone dagen in de gelegenheid te stellen, hare vrije uren ook buiten de ziekenhuizen door te brengen x) In de stedelijke ziekenhuizen te Amsterdam is een diensttijd vau 10 uur iu voorbereiding.