Het tienjarig bestaan van het Nederlandsch Gasthuis voor Ooglijders : verslag, ter vergadering van stichters en afgevaardigden, gehouden den 31 mei 1869 / uitgebracht door F.C. Donders.

  • Nederlandsch Gasthuis voor Ooglijders.
Date:
1869
Catalogue details

Licence: Public Domain Mark

Credit: Het tienjarig bestaan van het Nederlandsch Gasthuis voor Ooglijders : verslag, ter vergadering van stichters en afgevaardigden, gehouden den 31 mei 1869 / uitgebracht door F.C. Donders. Source: Wellcome Collection.

Provider: This material has been provided by The Royal College of Surgeons of England. The original may be consulted at The Royal College of Surgeons of England.

    11/252 (page 7)
    voor ieder jaar afzonderlijk aanwijzen. Met de voorlezing daarvan zal ik TI evenwel niet vermoeien, ’t Zou. U eere inspanning zijn mij te volgen, en een ijdel pogen, al die getallen U in ’t geheugen te prenten. Maar be- langrijk is het, die tabellen te raadplegen, en ze zullen daarom als bijlagen aan dit verslag worden toegevoegd.. Alléén wat het geoefend oog daarbij al aanstonds zal onderscheiden, wil ik trachten U ook hier voor oogen te stellen en met eenige woorden toe te lichten. Behandeld zijn in het geheele tijdvak 12592 lijders, gemiddeld 1260 ’sjaars. I)e eerste vijf jaren wijzen eene regelmatige stijging aan: 873, 1044, 1052, 1067, 1418; in de daarop volgende blijft het getal tusschen 1400 en 1500. Zoo verdeelt zich ons tienjarig tijdvak in twee lustra, het eerste van stijging, het tweede van standhouden op de bereikte hoogte. Eene uitzondering maakt alleen het jaar 1866, treuriger gedachtenis, toen, vooral in de maanden, waarop overigens de toevloed van ooglijders het grootst pleegt te zijn. Utrecht op de felste wijze door de cholera werd geteisterd; van 1472, in 1865, daalde het cijfer nu op 1317. In 1867 steeg het reeds weder tot 1416, in 1868, het laatst verloopene, tot 1452. Van de 12592 behandelde lijders zijn slechts 5700 uit de stad en de provincie Utrecht herkomstig. Gij ziet dus, H.H. Stichters, dat Gij eene Nederlandsche Inrich- ting hebt gevestigd. En overweegt men verder, dat de provincie Utrecht van het eerste jaar al' het gemiddelde contingent heeft opgeleverd, dat alle stijging dus afhan- kelijk is van de andere provinciën , dan blijkt, dat de stichting meer en meer eene Nederlandsche geworden is. Sterker nog treedt dit karakter aan het licht, wanneer wij letten op de verpleging. In het geheele tijdvak zijn 3130 lijders verpleegd met 106346 verpleegdagen, dat is