Bijdrage tot de ontleedkundige en physiologische kennis der horens van het rundvee / [Alexander Numan].

  • Numan, Alexander, 1780-1852
Date:
1847
Catalogue details

Licence: Public Domain Mark

Credit: Bijdrage tot de ontleedkundige en physiologische kennis der horens van het rundvee / [Alexander Numan]. Source: Wellcome Collection.

    22/100 (page 16)
    doch zich niet tot in de becnige' uitsteeksels of in de horens uitstrekken. Do uitsteeksels >vorden hier niet uit den schedel ontwikkeld, maar'^an bui- ten oj) dit deel gevormd. Het zijn insgelijks epiphyses, welke men bij de jongere voorwerpen van den schedel kan afscheiden, die dan cene gladde oppervlakte vertoont. Bij oudere dieren gaan deze epiphyses in ware apo~ physes over, en groeijen met den schedel te zamen (16). Wij zien hier derhalve wederom eene niet onbelangrijke overeenkomst plaats hebben, ten aanzien van de ontwikkeling der horens bij de giraffe en het rund, namelijk, wal betreft de vorming der beenige horenspillen bij beide, als zijnde geenszins te beschouwen, als voortbrengsels uil den schedel, maar ontstaande buiten op den schedel, met dit verschil intusschen, dat reeds bij het begin van de vorming der horenspiilen bij het rund do ver- eenzelviging of zamensmelling van dezelve met de beenplaat van bet uit- steeksel des voorhoofdsbeens geschiedt, en er, door opslorping van beenstofle, eene gemeenschappelijke holle wordt voorigebragl lusschen meer gemelde boezems en de spillen, terwijl bij do giraffe do horen, doordien de schedel niet geopend wordt, van de boezems levenslang blijft afgescheiden. Do opslorping of uilholing der spil van den runderhoren geschiedt niet onmiddelijk na de geboorte, maar neemt eerst eenige weken later een begin, zooals aan do afbeelding op PI. Hf, lig. 2 Ie zien is, alwaar de scheiding der schedelplaten naauwelijks tot aan den grond des horens is genaderd, zijnde do voorhoofdsuitsteeksels nog volkomen gesloten. Bij voor- werpen, 6 of 7 maanden oud, is de uitholing slechts lol ongeveer drie ned. duimen in de horenpit, die nu eene lengte van nagenoeg 8 of 9 nederl. duimen heeft verkregen, doorgedrongen, terwijl het overige gedeelte, naar do punt toe, nog geheel uil raassive beenstoffe beslaat. De gevormde ope- ning (16) Verg. G. SAnotroRT, D. II der JVieuwe Ferhandelingen van de Eerste Klasse^ blad*. 82 en verv.