Ontleedkundige studien over de aderlijke bloedvaten in den gezonden toestand / door Dr. J. M. Schrant.

  • Schrant, Johannes Matthias, 1783-1866.
Date:
[cbetween 1800 and 1899?]
Catalogue details

Licence: Public Domain Mark

Credit: Ontleedkundige studien over de aderlijke bloedvaten in den gezonden toestand / door Dr. J. M. Schrant. Source: Wellcome Collection.

Provider: This material has been provided by The University of Glasgow Library. The original may be consulted at The University of Glasgow Library.

    4/48 (page 2)
    schaft heeft door zachtjes met den kant van het mes over de ader te strijken, zoo ziet men in het troebele vocht de volgende bestanddeelen : Behalve soms een weinig gestremde vezelstof en eene verschillende hoeveelheid roode bloedligchaaraiyes, welke twee elementen wij hier niet verder behoeven te beschrij- ven, ziet men ook vele klem-loze bloedligchaamjyes. Deze zijn gewoonlijk talrijker dan men anders, bij eene gelijke hoeveelheid bloed, in het gezigtsveld waarneemt. Men vindt ze in alle vormen cn op alle trappen van ontwikkeling. Zij worden vooral duidelijk , als de kleurstof der roode bloed- ligchaampjes zich door het vocht verspreidt. Zij steken alsdan fi-aai af tegen een geelrooden grond, als ronde cel- len met een helderen of fijn korreligen inhoud, ter grootte van etterligchaampjes. De kernen worden duidelijk, indien men het vocht met eenig water verdunt. Zij zijn, even als men bij de etterligchaampjes en bij jonge epitheliumcellen waarneemt, gevoelig voor dit agens, doch vooral voor azijnzuur. Vele worden dan ingesnoerd tot biscuitvormige, 2—4 lobbige , napvormig ingedrukte ligchaampjes. Zij zijn, gelijk henle en ii. mueller in het bijzonder voor de etter- en chylligchaampjes hebben aangetoond, jongere vormen. De oudere kernen blijven daarentegen rond, zijn grooter, plat, insgelijks niet zelden in het midden verdiept en liggen aan den wand der cel. Deze zijn ongevoelig voor azijnzuur. In eenige cellen ziet men in den ronden of ovalen kern 1—2 kernligchaampjes. Deze laatste vorm is ook door eebert gevonden en teregt als losse epithelium- cel beschreven ^). Sommige kleurloze bloedligchaampjes bevatten eenige schitterende moleculairkorreltjes (vet), die soms in zoo groot aantal aanwezig zijn, dat zij de ge- heele celruimte opvullen. Ook komen er Avare korrelhoopen voor, die geen celvliesje meer bezitten. Tusschen deze ver- schillende vormen bevinden zich ook veel kleinere, kleurloze, bleeke ligchaampjes, die geen kern vertoonen, maar zelve vrijliggende kenien schijnen te zijn. — Bij fig. 1 zijn de voornaamste vormen der kleurloze bloedligchaampjes afge- beeld. i) Pht/sioK path., Paris, 184.'). Atlas, PI. I, fig. ir.