Grondbeginselen der ziektekundige ontleedkunde. Deel I, Algemeene ziektekundige ontleedkunde / Uit het Fransch, naar de tweede uitgave, door E.C. Buchner.

  • Andral, G. (Gabriel), 1797-1876
Date:
1838
Catalogue details

Licence: Public Domain Mark

Credit: Grondbeginselen der ziektekundige ontleedkunde. Deel I, Algemeene ziektekundige ontleedkunde / Uit het Fransch, naar de tweede uitgave, door E.C. Buchner. Source: Wellcome Collection.

    40/348 (page 30)
    ( ;!o ) de lijken, de longen in haar weefici «iet veranderd gevoiulcn, maar opgevuld met eene groote hoeveelheid bloed, dat bij de insnijding naar alle kanten heenspoot. Dit bloed was merk- waardig door deszelfs buitengewone vloeibaarheid en ligle rozenkleur ; het geleek naar ligt rood gekleurd water. Eert soortgelijk bloed was in verschillende gewrichten uitgestort ; de milt en de lever waren er mede opgevuld ; bij twee van deze personen bestonden talrijke ecchijmosen in de wanden van het darmkanaal, en eindelijk waren bij allen vele plaatsen van het, onder de,huid en tusschen de spieren gelegene ceiweelsel, zelfs vele plaatsen van de huid met bloed doortrokken. Bestaat er ook niet eene asthenische hyperemie van het slijmvlies der luchtpijptakken, bij zekere, door eene slepende longenverkoudheid aangedane', personen, bij welken de verschijnselen van de verkoudheid verminderen of wel geheel verdwijnen onder eene tonische behandeling? Maar bestaat er ook daarentegen, bij andere, door dezelfde ziekte aan- gedane , personen, niet eene onbepaalde voortduring van de sthenische hyperemie, in het dikwijls voorkomende geval, ' dat de prikkelende middelen deze verkoudheden doen ver- slimmeren, hoe slepend zij ook zijn mogen in duur en ver- schijnselen? Daar men nu het bestaan van asthenische hyperemie zoowel in de inwendige als in de uitwendige deelen van het ligchaam , uit de ervaring en de analogie kan bewijzen, zoo mag men daaruit het gevolg trekken, dat vele roode kleuren van het darmkanaal slechts, gedurende het leven, door eene passive congestie zijn ontstaan. Alzoo kunnen twee soorten van hyperemie in een orgaan plaats hebben (met uitzondering van de mechanische hyperemie, waarover later wordt gehandeld) : eene active sthenische, welke'door het naar een deel toevloeijend bloed, alwaar het bloed blijvende eene irritatie verwekt, ontstaat ; en eene andere passive, asthenische, zijnde het gevolg van eene ver- mindering van de veerkracht in de haarvaten, welke de kracht hebben verloren, om het in dezelven opgehoopte bloed voorttestuwen. Het kan gebeuren, dat het door irritatie aan een deel toegevoerde bloed in hetzelve blijft staan en nog lang terug blijft, nadat de irritatie heeft op- gehouden te bestaan, deze omstandigheid moet voornamelijk aan de uitzetting der haarvaten worden toegeschreven, en stelt de consecutive asthenische hyperemie daar. De sthe- nische hyperemie is een graad van de ontsteking, een element van dit zamengestelde verççbijnsçl ; de asthenische