Copy 1, Volume 1

Over de ondervinding in de geneeskunde ... / Vertaald uit het Hoogduitsch, naar de derde uitgave door A. Potgieter.

  • Zimmermann, Johann Georg, 1728-1795
Date:
1832-1833
Catalogue details

Licence: Public Domain Mark

Credit: Over de ondervinding in de geneeskunde ... / Vertaald uit het Hoogduitsch, naar de derde uitgave door A. Potgieter. Source: Wellcome Collection.

    286/294 (page 268)
    ( 23 ) vinden wij den besten leiddraad tot de verschillende, ín het volgende deel van dit werk, in het boek overde gente, opgeteekende oorzaken der ziekten, en van deze - tot de onderscheidene, korte, lange, mogelijke en onmoges lijke wegen om dezelve te verzachten of te’ genezen: Het gewigt der: waarnemingskunst- blijkt uit-den ganschen-za- , menhang der voor den geneesheer zoo noodzakelijke kennis Londer de kennis der teekenen waren de meeste ziek= ten voor ons een ondoordringbaar doolhof. Door den za= menloop met buitengewone omstandigheden, zijn dezelve dikwijls zoo verward, en liggen voor den uitersten scherp - zin zoo zeer verborgen, dat men. daarbij op de ge- ringste omstandigheden moet letten, wijl de kleinste ome standigheden, met betrekking tot alles, wat de ziekte is voorafgegaan, wat dezelve vergezelt en nog volgen kan; dikwijls van de grootste beteekenis zijn. “De op te ge- vene menigte van ongeneeslijke ziekten klimt daarom dikwijls tot in het oneindige, wijl men, door de tee- kenen niet te kennen, de ingewikkeldste ziekten veelal miskent, de eene ziekte voor de andere houdt, en zich - in deze van middelen bedient, die in de andere noodig waren. De naauwkeurigste waarneming en (vergelijking aller. omstandigheden, >en de uit dezelve afgeleide tee- kenen, maken den eenigen, eenvoudigen en zekeren weg uit tot de kennis derzelve; de geregelde, vlijtige en ge: trouwe beschrijving van den aanvang, voortgang en uit- gang, maakt de geschiedenis der ziekte uit. Hrrrocna- res, die op alles lette, die alles naspoorde ‚ en die niets te vergeefs onderzocht, heeft op de kleur der oogen; der haren en der huid gelet; zelfs liet hij de stem niet onopgemerkt, opdat hem miet eenig kenteeken des tem- peraments «ontging, hetgeen aan deze, of. gene ziekte bijzonder onderworpen mogt zijn, en zoo overzag hij met een bewonderenswaardig geluk het tegenwoordige; het verledene en het toekomende.